Gevangenisstraffen werken niet: 7 van de 10 ex-gevangenen gaan opnieuw de fout in. Deze mensen hebben vaak ingewikkelde problemen. Gevangenisstraffen maken die problemen niet kleiner, eerder groter. En in plaats dat we de tijd die mensen in de gevangenis zitten maximaal gebruiken om wat aan die problemen te doen, sluiten we ze zinloos op. En als we ze dan vrij laten, zijn de meeste ex-gevangenen niet in staat om mee te doen in onze maatschappij. Met vreselijke gevolgen voor hun slachtoffers én hen zelf. Dat werkt al 150 jaar zo, maar als maatschappij leggen we ons daar bij neer.
Wij zijn stichting CHAINS, en wij leggen ons daar niet bij neer. Wij willen dat we als samenleving heel anders omgaan met mensen die misdaden hebben begaan of dreigen te begaan. Wij willen dat we alles op alles zetten om iets aan hun problemen te doen en zorgen dat mensen mee kunnen doen in de maatschappij. Het doel moet zijn de beste methode te vinden om te voorkomen dat mensen (opnieuw) de fout in gaan. Straffen moet daaraan ondergeschikt zijn. En om die methode te vinden moeten we onderzoeken, experimenteren en innoveren. En we moeten als samenleving de ambitie uit spreken: we stoppen pas als niemand meer opnieuw de fout in gaat.
Zo’n 65% van de mensen die uit detentie komt, draait opnieuw de gevangenis in. Gevangenisstraf werkt dus niet. Het helpt niet om onze samenleving te beschermen tegen crimineel gedrag, het helpt niet om mensen die crimineel gedrag vertonen daarmee te laten stoppen en voor de slachtoffers is het ook niet de beste manier om slachtoffers te helpen met verwerking.
Gevangenissen zijn peperduur en bewezen ineffectief. En toch houden we het systeem in stand. Terwijl in onderwijs, zorg, duurzaamheid en tal van andere maatschappelijke uitdagingen in hoog tempo verbeteringen worden ingevoerd, gebeurt dat in straffen veel te weinig. Onderzoek blijft op planken liggen, er wordt niet geëxperimenteerd en op tal van activiteiten in gevangenissen die recidive zouden kunnen voorkomen wordt bezuinigd.
In ons strafsysteem staat vergelding en afschrikking centraal, en niet heropvoeding. Maar het overgrote merendeel van de gedetineerden die voor [gewelds- en vermogensdelicten] tot gevangenisstraf worden veroordeeld, hebben een lage intelligentie, vaak in combinatie met ernstige psychiatrische aandoeningen. Dat betekent dus dat straffen niet werkt. Zorg en begeleiding zijn veel kansrijker.
Een groot deel van de gedetineerden kan niet goed meekomen in de maatschappij, vanwege hun opvoeding, achtergrond, intellect, vanwege economische redenen of anders. De meerderheid van de mensen in gevangenissen behoren tot gemarginaliseerde groepen. Door gevangenisstraf wordt deze marginalisering niet kleiner maar groter, waardoor de kans op succesvolle (re) integratie afneemt in plaats van toeneemt.
Veel gaat mis in de eerste paar maanden na detentie. Veel mensen lopen de poort van de gevangenis uit met de ambitie op het rechte pad te blijven. Maar in plaats van de juiste hulp daarbij, gooien we ze voor de leeuwen. Nog te vaak sturen we mensen met een tientje in de hand naar buiten: zonder geld (maar met schulden), zonder huis, zonder werk, zonder behandeling, zonder begeleiding en toezicht en vooral: zonder plan. Ze hebben daar vaak wel recht op, maar het kost veel tijd, vernuft en doorzettingsvermogen om die te krijgen. Soms wel een paar maanden. In die tijd zijn deze, vaak kwetsbare, mensen vaak al weer afgegleden. Met vreselijke gevolgen voor hun slachtoffers én hen zelf.
Mensen maken zich zorgen om criminaliteit en willen dit, terecht, zoveel mogelijk uitbannen. Daarom klinkt in het maatschappelijk debat de roep om harder te straffen. Maar dat is niet effectief. Het debat zou niet moeten gaan over ‘harder straffen’, maar over ‘de beste methode om crimineel gedrag en recidive te voorkomen’. Als maatschappij zouden we moeten zeggen: “Wij accepteren niet dat we een falend systeem hebben. Daarom gaan we alles op alles zetten om dat te verbeteren. We gaan alles doen wat nodig is om te zorgen dat mensen niet de fout in gaan, en vooral niet opnieuw de fout in gaan. En als blijkt dat straf niet werkt, dan doen we het voortaan anders. Zelfs als ons rechtvaardigheidsgevoel roept om straf.”
Het is voorkomen en corrigeren van crimineel gedrag is niet makkelijk. Er liggen complexe problemen aan ten grondslag. Maar we moeten het op zijn minst proberen. Dat zijn we verplicht aan alle toekomstige slachtoffers van criminaliteit die voorkomen had kunnen worden, en alle mensen die in plaats van geholpen bij het oplossen van hun problemen nu veroordeeld worden tot zinloze straffen.